Het eerste contact met de World Transplant Games stamt al uit 1996/1997. Ik kreeg toen de informatie over de “World Transplant Games Nederland (WTGN)” van mijn transplantatie verpleegkundige uit het toenmalige Dijkzicht Ziekenhuis.
Want, zoals velen wellicht al weten, heb ik in 1995 een levertransplantatie ondergaan. Als gevolg van mijn ziekte, Primaire Scleroserende Cholangitis, een chronische ontsteking aan de galwegen, was mijn lever dusdanig ziek, dat een transplantatie noodzakelijk geworden was. Na vier maanden op de wachtlijst gestaan te hebben, werd op 3 september 1995 een (ik kan nu wel zeggen) succesvolle transplantatie uitgevoerd. Omdat mijn lichaam relatief fit was, mede door mijn sportieve verleden, heb ik deze zware, dertien uur durende, operatie behoorlijk goed doorstaan.
Via het ziekenhuis werd ik geattendeerd op de WTGN. Echter, het werd snel duidelijk dat mijn snelheid op de 5 km niet hoog genoeg was om hieraan mee te doen. Toen lag de focus ook nog niet op andere atletiekonderdelen. Wel ben ik altijd lid gebleven van de WTGN.
In 2006 was ik in training voor de eerste “Drechtsteden halve marathon”. De voorbereiding op en de uiteindelijke halve marathon werden gevolgd door de sportredactie van het Algemeen Dagblad. Een groot artikel in het AD zijn indertijd ook onder ogen gekomen van de mensen van de WTGN. Ik ben toen gevraagd of ik geen zin had mee te gaan naar de World Transplant Games in Bangkok, waar deze toen gehouden werden. Ik was dan wel getraind voor een halve marathon, een 5 km loop- welke op “de Games” plaatsvindt- ging ik nog steeds niet harder lopen. Derhalve heb ik netjes bedankt voor deze invitatie.
In 2008 werd de WTGN een stichting onder de naam “Sport en Transplantatie (SET)”. Een beter georganiseerde stichting, met als doelstelling: “Promotie van donorregistratie en orgaandonatie door sport na transplantatie”.

De spreekwoordelijke stoute schoenen
Omdat ik in de loop der jaren met de Clubkampioenschappen van AV Passaat meedeed, kwam ik er achter dat ik met mijn prestaties, op met name de technische onderdelen, geen flater zou slaan op de World Transplant Games, het internationale evenement wat één keer per twee jaar georganiseerd wordt. Als ik de resultaten van de afgelopen jaren bestudeerde, kwam ik er achter dat ik wellicht geen medaille kandidaat zou zijn, maar waarschijnlijk ook geen laatste zou worden. Toen ik de gang van zaken beter ging bestuderen, merkte ik op, dat de gewichten bij de verschillende leeftijdsklassen verschilden van wat bij de atletiek gangbaar is. Zo werd in mijn categorie (50-59 jaar) met 5 kg. kogel gestoten, met 600 gr. speer geworpen en met 1 kg. discus geworpen. Op deze manier waren mijn prestaties dus niet echt te vergelijken met die op de WTG.
Toen ik in oktober 2016 een tweet langs zag komen dat de inschrijving voor de WTG 2017 in Malaga, Spanje geopend was, heb ik de stoute schoenen aangetrokken en me aangemeld. Daar ik jaren als “ niet sportend lid” geregistreerd stond, was ik voor de leden van de atletiek-tak van de SET een onbekende. Logisch dus dat ik nog niet afgevaardigd werd voor deze “Games”. Maar wel een mooie gelegenheid om voortaan met de atletiek van de SET mee te gaan trainen. Deze enthousiaste groep atleten (variërend van de leeftijd 12 t/m 72 jaar) komen één keer per maand bij elkaar, om gezamenlijk te trainen. Na een gezamenlijke warming-up gaan de atleten hun eigen onderdeel trainen, onder de deskundige leiding van Ingrid, een trainster van GAC.

Het eren van mijn overleden donor
Na de spelen van Malaga, hoorde ik de enthousiaste verhalen van de atleten die daar naar toe geweest waren. Vanaf dat moment lag mijn focus op de volgende spelen, “de World Transplant Games 2019 in NewCastle/Gateshead”. Daar wilde ik naar toe. Voor de beleving en om “mijn held, mijn overleden donor” te eren met een sportieve prestatie.
Toen in oktober 2018 de inschrijving geopend werd, heb ik me wederom aangemeld, dit keer niet als een onbekende atleet. Gezien mijn resultaten, heeft de selectiecommissie besloten dat ik inderdaad ook mee mocht naar NewCastle voor de WTG 2019 ook wel de Olympische spelen voor getransplanteerden genoemd (op deze spelen wordt in vele verschillende disciplines de sportieve strijd aangegaan, zoals atletiek, wielrennen, volleybal, zwemmen, voetballen en nog veel meer sporten). Ik heb mij vervolgens ingeschreven voor de onderdelen: hoogspringen, kogelstoten, discuswerpen en speerwerpen. Vanaf dat moment lag mijn focus nog meer op de spelen, welke van 18 tot en met 25 augustus 2019 gingen plaatsvinden. Want ondanks dat hier zeker geldt: meedoen is belangrijker dan winnen, wou ik voor mezelf toch zeker een goede prestatie neerzetten. Gaandeweg probeerde ik mijn conditie te verbeteren door weer regelmatig mijn rondjes hard te lopen. In de sportschool probeerde ik mijn spierkracht te vergroten, wat de werponderdelen ten goede moest komen. Naast de maandelijkse trainingen bij de SET probeer ik ook voor mezelf nog extra technisch te trainen.
In de loop van de tijd, werd ook duidelijk, dat de organisatie van de WTG had besloten voortaan de gewichtsklasse van de atletiek te hanteren. Voor mij geen probleem, aangezien ik altijd al met deze gewichten trainde.
Stagnatie door rugpijn en virus
Helaas stagneerde de voorbereiding vanaf maart 2019. Eerst kreeg ik last van vervelende rugpijn, waardoor ik een aantal weken niet heb kunnen trainen. Op mijn vakantie, waar mijn rug gelukkig weer een beetje gaat “meewerken”, heb ik besloten mij in te schrijven voor de NK masters en wel voor dezelfde onderdelen. Deze wedstrijd verloopt boven verwachting goed. Een mooi PR op discus en als hoogtepunt een podiumplaats op hoogspringen.
Helaas sloeg het noodlot, in de week na de NK masters, toe. Ik werd ziek, met hoge koorts. Nou is koorts voor niemand leuk, maar voor een transplantatiepatiënt gewoon gevaarlijk. Aangezien de koorts met antibiotica niet wilde zakken, volgde ziekenhuisopname. Daar vinden ze gelukkig vrij snel wat het probleem was: een CMV virus. Die uitslag was minder fijn. Binnen twee weken was mijn conditie echt volledig verdwenen en van trainen was wederom even geen sprake. Gelukkig hoefde ik op “de spelen” geen looponderdelen te doen. Voor de onderdelen waar ik aan mee wilde doen, zagen de doctoren geen probleem. Na bijna 2 maanden niet te hebben kunnen trainen, begon ik me weer wat fitter te voelen. Hardlopen ging nog niet goed, conditie opbouwen met een virus in het lijf leek onmogelijk. Maar verder voelde ik me steeds beter. Wel werden de verwachtingen voor “de spelen” naar beneden bijgesteld. Eens te meer geldt: meedoen is belangrijker …….”. Toen de trainingen van de jeugd in de zomer stil komen te liggen, kreeg ik als jeugdtrainer iets meer tijd om zelf nog wat op techniek te trainen. Belangrijk, want langzaam naderde de 18de, de aanvang van de spelen.
Op naar NewCastle
Wij, mijn echtgenote Terry en schoonzus Nadine en ik, reisden op woensdag naar NewCastle aangezien ik op zondag nog bij de eerste verjaardag van mijn kleinzoon wilde zijn. Dat kon, want op donderdag en vrijdag werden de atletiekonderdelen afgewerkt. Het chrono was niet heel gunstig: op donderdag had ik één onderdeel, kogelstoten op het programma. Maar op vrijdag moest ik om negen uur al discuswerpen, daarna om 11 uur hoogspringen en om 11:30 uur speerwerpen, bijna gelijktijdig dus.
Het grootste deel van onze (64 man tellende) sportdelegatie reisde al op vrijdag/zaterdag naar Newcastle. Via de “app” en het internet kwamen de eerste berichten en beelden van de openingsceremonie en de sportactiviteiten al door. De eerste medailles voor Nederland werden gewonnen. Het werkte allemaal heel inspirerend en het begon aardig te kriebelen.

Een bronzen medaille
Woensdag vlogen we heel vroeg, om even voor negenen te landen op Newcastle Airport. Daarna gehaast naar het hotel, speciaal geboekt omdat het op loopafstand van het stadion is. Vanaf 10:30 uur stond er een training gepland. Even sfeer proeven op de plek waar ik vrijdag moest discuswerpen, even buiten het stadion. Daarna nog even, in het stadion, wat getraind op kogelstoten. Het voelde allemaal prima. ’s Middags hadden we nog even een briefing over het reilen en zeilen tijdens de wedstrijden.
Op donderdag rustig opgestaan, ik had niet zoveel haast aangezien het kogelstoten in de middag gepland stond. Eenmaal in het stadion aangekomen, kreeg ik kippenvel over mijn hele lichaam. Er heerste een geweldige stemming, een heel bijzonder gevoel. Een stadion vol lotgenoten met hun supporters. In het stadion even kunnen genieten van deze sfeer. Daarnaast natuurlijk de uitgebreide aanmoedigingen voor de andere atleten van het Nederlandse team. Zoals overal op de wereld op de tribunes, heeft ook hier het Nederlandse vak zich goed laten horen. Toen naderde langzaam het moment dat ik mij in de callroom moest gaan melden. De aanwezigheid van adrenaline was merkbaar, gelukkig zonder overdreven gespannen te zijn. Er stonden 19 deelnemers op de startlijst. Mijn doel: bij de eerste acht komen, dan was ik héél tevreden. Dan mocht ik naar de finale, met nog drie extra pogingen. Bij mijn eerste poging wist ik de kogel al 8,54 m. weg te stoten. Gezien mijn trainingsarbeid de afgelopen periode, was ik hier al zeer tevreden mee. Gaandeweg de wedstrijd was het mij niet meer helemaal duidelijk hoeveel atleten inmiddels verder hadden gestoten dan mijn eerste, op dat moment verste, poging. Mijn trainster en ik dachten dat een finale plaats erom zou spannen. Groot was mijn verbazing toen ik merkte dat ik als vierde naar de finale ging. Mijn dag kon al niet meer stuk. Ik had geen idee hoeveel mijn Britse collega op plek drie gestoten had. In mijn vijfde poging wist ik mijn afstand al te verbeteren naar 8,71 m. In mijn zesde en laatste poging wist ik de kogel 9,10 m. ver weg te stoten. Sowieso een PR en een Nederlands Record. Echter op dat moment wist ik nog niet wat het waard was. Mijn Britse conculega stootte in zijn laatste poging nog 9,01 m. Toen hij mij meldde dat dat zijn verste poging was en hij mij feliciteerde met de derde plek, kon ik het nog bijna niet geloven. Ik had “gewoon” een bronzen medaille gewonnen met kogelstoten. Duidelijk was: deze “Games” konden voor mij al niet meer stuk.



Opnieuw een Nederlands Record
Vrijdag moest ik in alle vroegte op. Aangezien het discuswerpen al om 9:00 uur begon, moest ik mij al om 8:10 uur in de Callroom melden. Ook voor het discuswerpen gold, 18 deelnemers op de lijst, een finaleplaats, dus bij de eerste acht, zou ik al fantastisch gevonden hebben. In een prima wedstrijd, waar ik me in de drie pogingen steeds wist te verbeteren, bleek ik me met 23,63 m. als zesde naar de finale geworpen te hebben. Ook hier de doelstelling gehaald. In de finale wist ik mijn afstand via 25,10m. uiteindelijk naar 26,70 m. (wederom een PR) te verbeteren. Met deze worp wist ik de Brit, die ik een dag eerder al van het brons gehouden had, van de vijfde plek de verdrijven. Tevreden kon ik mij nu opmaken voor het hoogspringen en het speerwerpen. Hoe ik dat ging combineren wist ik nog niet…
Spike in bovenbeen
Omdat het discuswerpen prima en vlot verlopen was, kon ik rustig, zonder te haasten naar de Callroom voor het hoogspringen. Hiervoor stonden vier atleten op de startlijst. Hiervan waren twee Nederlanders, dus een kwestie van beide de aanvangshoogte halen en er zou voor Nederland tenminste een bronzen plak bijgeschreven kunnen worden. De concurrentie voor een hogere plek dan brons leek flink. Een Britse atleet meldde dat hij zo’n 1,35 á 1,40 kon springen. Van de Pool was bekend dat hij al bij meerdere spelen het hoogspringen gewonnen had. Ik had al snel besloten niet naar het speerwerpen, heen en weer te gaan rennen. Dat zou beide onderdelen niet ten goede komen.
Het inspringen ging niet heel lekker. Bij de eerste sprong boorde ik, dankzij mijn fabelachtige techniek, een spike in mijn bovenbeen. Aangezien dat ging bloeden, werd om een pleister gevraagd. Dit resulteerde in de komst van een 4 man sterk EHBO team. De supporters op de tribune moeten gedacht hebben dat ik gereanimeerd moest werden. Toen ik, na het pleisters plakken verder ging inspringen, kwam ik met mijn aanloop hopeloos verkeerd uit. Dit resulteerde in een afzet met mijn verkeerde been. Mijn Poolse concurrent kwam nog even wat goedbedoelde adviezen geven over de aanloop en met welk been afgezet moest worden. Ondertussen zal hij gedacht hebben: “die Hollander is in de pocket, die kan er niks van”. Maar de aanloop met één pas naar achter, en alles was gerepareerd. Dit resulteerde erin, dat ik voor de hoogtes tot en met 1,35 m. op alle hoogtes maar één poging nodig had. Mijn Nederlandse collega viel helaas bij 1,25 m. af. De Pool had op 1,30 m. twee pogingen nodig. De Brit had op 1,35 drie pogingen nodig. Hier lag mijn beslissende voorsprong, want geen van ons drieën wist over de 1,40 m. te springen. Dat betekende dus een gouden medaille. Iets wat ik in mijn stoutste dromen niet had kunnen bedenken. Stijf van de adrenaline, nooit meer naar het speerwerpen gekeken. Eerst wilde ik nu naar de prijsuitreiking want het hoogste podium was voor mij.
Als een ware kampioen thuis ontvangen
Na de ceremonie bleek, dat het speerwerpen enorm was uitgelopen en dat ze pas bij poging twee waren. Snel besloten daar toch ook nog maar naar toe te gaan. Ik kon nog net aansluiten bij de tweede poging. Kort daarna in de derde ronde een volgende poging kunnen doen. Wederom verbazing toen bleek dat ik met deze twee pogingen, zonder voorbereiding of warming up, als zesde een finaleplaats wist te bereiken. In de finale wist ik mijn afstand naar 26,29 m. te verbeteren. Een prachtige zesde plaats bij het speerwerpen.
Wat restte was nagenieten. Nagenieten van mijn boven verwachting goede prestaties, maar ook van de geweldige sfeer welke tijdens deze “World Transplant Games” voelbaar was. Bij thuiskomst, zondag op het vliegveld werd ik als een ware kampioen, met spandoek en bloemen, ontvangen door mijn kinderen, schoondochter, kleinzoon, Tijmen en Sietse van Passaat. Een geweldig emotioneel moment.
De Nederlandse atletiekdelegatie (18 atleten) hebben uiteindelijk 12 medailles (3 goud, 5 zilver, 4 brons) weten te winnen